  Op 31 mei 2012 verscheen in NRC Handelsblad een uitgebreid interview met Arend Quak, redacteur van het Oudnederlands Woordenboek. De aanleiding was, dat enkele weken daarvoor een update van het Oudnederlands Woordenboek op de website van het INL was verschenen. Die had als belangrijkste toevoeging de woordenschat van de Lex Salica, een bijzondere en heel oude bron van het Nederlands.
Dit krantenartikel maakte nogal wat reacties los in de vorm van tweets en blogs. De vragen gingen vooral over het thema: wat is nu eigenlijk Oudnederlands, of: het oudste Nederlands? Omdat we daar toen maar heel kort op konden antwoorden, zullen we er hier iets verder op ingaan, overigens zonder alle discutabele punten in detail te behandelen. Voor een uitgebreidere en meer vaktechnische uitleg verwijzen we naar de documentatie in het ONW online.
Wat is Oudnederlands?
Het Oudnederlands is de oudste fase van het Nederlands. Het was een verzameling dialecten en zeker geen eenheidstaal. Die ontstond pas vanaf de 16de eeuw. Het Oudnederlands maakt deel uit van de Germaanse taalfamilie. Heel lang werd het Oudnederfrankisch genoemd; ook nu nog soms.
Waar werd Oudnederlands gesproken?
Het Oudnederlandse taalgebied viel niet helemaal samen met dat van het huidige Nederlands . Het grensde in het zuiden aan het Frans, maar die grens lag verder zuidelijk dan nu, in het huidige Noord-Frankrijk. In het noorden, ook in Groningen en aan de Hollandse kust werd Fries gesproken. In het oosten ging het Oudnederlands geleidelijk over in dialecten van wat nu Duits is. |